@unsplash.com
              

62 % huurders in het BHG

Op 25 april publiceerde Statbel de cijfers van de Belgische Census 2021* over het profiel van de bewoners van conventionele woningen**. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen woningen die door de eigenaar worden bewoond en woningen die door huurders worden bewoond.

Hoe verhoudt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich op dit punt tot de andere Belgische gewesten? Zijn er verschillen binnen het Brussels Gewest zelf?

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een gewest apart

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het enige gewest in België waar er minder eigenaars (38 %) zijn dan huurders (62 %) (Figuur 1). Het Vlaams Gewest voert de drie gewesten aan met 70 % eigenaar-bewoners, op de voet gevolgd door het Waals Gewest (64 %).

Graph: Verdeling van de woningen naar bewonersprofiel in de Belgische gewasten

Meer huurders in centrumgemeenten

Wat is de situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Uit Figuur 2 blijkt dat de Brusselse centrumgemeenten het hoogste aandeel huurders hebben. In de tweede kroon zijn de verschillen minder uitgesproken. Het aandeel huurders en eigenaar-bewoners ligt dicht bij elkaar of is zelfs omgedraaid. Dit is met name het geval voor de gemeenten Sint-Agatha-Berchem (53 % van de woningen wordt bewoond door de eigenaar) en Sint-Pieters-Woluwe (52 %).

Kaart: Percentage woningen bewoond door hun eigenaar per Brusselse gemeente

De verschillen zijn het grootst tussen:

  • enerzijds de gemeenten in het noordwesten (Jette, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg) en het zuiden en zuidoosten (Ukkel, Sint-Pieters-Woluwe, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde), waar het aandeel van eigenaar-bewoners dat van huurders benadert of zelfs overtreft en,
  • anderzijds de meer centraal gelegen gemeenten (Sint-Gillis, Elsene, Sint-Joost-ten-Node, Brussel, Etterbeek), waar het aandeel huurders de overhand heeft.

*De Census 2021 wordt door Statbel gedefinieerd als “een momentopname van de bevolking die in België woont op 1 januari 2021. De Census levert een breed scala aan cijfers op over de woningen en de demografische, socio-economische en onderwijskundige kenmerken van de burgers. Het doel van de Census is dubbel: beantwoorden aan de Europese verordening en statistieken produceren voor specifieke nationale noden. Vroeger was de Census een exhaustieve enquête onder alle burgers, maar sinds 2011 is deze uitsluitend gebaseerd op administratieve databanken.”.

**Conventionele woningen worden door Statbel gedefinieerd als “structureel gescheiden, onafhankelijke ruimten die bestemd zijn voor permanente menselijke bewoning. Op de dag van de telling kunnen ze ofwel bewoond worden, ofwel leeg staan, ofwel als vakantieverblijf of tweede verblijfplaats dienen.”.


Voor meer informatie

Zie Zoom op de gemeenten.